Beschrijving
Ludwig van Beethoven – Symphony NO.9 | 180 Gram HQ 2 LP
“De negende” is welhaast zijn eigennaam, maar het werk wordt ook de Koorsymfonie genoemd. De oorspronkelijke Duitse titel die de componist aan zijn schepping meegaf, biedt een aardige impressie van zijn ambitie en pretentie: “Sinfonie mit Schlusschor über Schillers Ode An die Freude für großes Orchester, 4 Solo und 4 Chorstimmen componiert und seiner Majestät dem König von Preußen Friedrich Wilhelm III in tiefster Ehrfurcht zugeeignet von Ludwig van Beethoven, 125 tes Werk”. Het is een symfonie met koorfinale op Schillers ode An die Freude voor groot orkest, vier solisten en vier koorstemmen, gecomponeerd en aan zijne Majesteit de koning van Pruisen Frederik Willem III opgedragen door Ludwig van Beethoven, opus 125. Het handschrift, het origineel, van de negende symfonie bevindt zich in de Staatsbibliothek zu Berlin. Men kan dit handschrift online bekijken op een website van deze bibliotheek.
Het werk kenmerkt zich door de grote dynamiek, de krachtige gevoelsuitingen in nauwelijks waarneembaar kleine stiltes en in overweldigend grote gebaren. De romantische muziek weerspiegelt al het lijden van de kunstenaar, zijn woedendste wanhoop maar ook zijn dromen, dankbaarheid en durf. De genoemde vier solisten hebben de partijen van sopraan, alt, tenor en bariton. De koren zijn sopraan, alt, tenor en bas. Beethoven programmeerde de muziek voor de koren op een nieuwe manier, alsof het muziekinstrumenten waren.
De negende symfonie was de laatste die Beethoven voltooide. De plannen voor de tiende waren halverwege toen hij drie jaar later in 1827 overleed. Hierna ontstond het 9e Symfonie-syndroom.
De ode An die Freude (lofzang op de vreugde) is een gedicht van de Duitse dichter Friedrich von Schiller uit 1785. Beethoven nam er enkele regels uit over in het vierde en laatste deel van de symfonie. Deze muziek werd in 1972 op uitnodiging van de Raad van Europa door Herbert von Karajan van nieuwe arrangementen voorzien voor gebruik als het Europese volkslied.
Ontstaan
Vermoedelijk zette Beethoven in 1818 de eerste noten op papier. Reeds in 1793 wilde hij het gedicht van Schiller op muziek zetten, maar alle sporen van die poging zijn verloren gegaan. In 1817 gaf de Philharmonic Society of London (thans de Royal Philharmonic Society) hem de commissie voor een symfonie. Het thema voor het scherzo in het tweede deel is terug te vinden in een fuga die hij in 1815 had geschreven.
Première
De eerste uitvoering van het werk was Beethovens eerste publieke optreden in twaalf jaar tijd. De zaal zat tot de nok toe vol. Beethoven stond zelf naast de dirigent. Het orkest had echter de aanwijzingen gekregen alleen op de dirigent te letten.
Er volgden vijf uitbundige staande ovaties, waarbij zakdoeken en hoeden de lucht in gingen zoals nimmer vertoond. Beethoven was zo slecht van gehoor, dat een van de solisten, de alt Caroline Unger, hem na afloop naar het publiek moest draaien zodat hij kon zien dat het publiek voor hem applaudisseerde. Zwaar geëmotioneerd nam hij de eerbetuigingen in ontvangst, wat tot nog geestdriftiger toejuichingen leidde. De politie moest er aan te pas komen om de zaal uiteindelijk te ontruimen.
Later volgden kritische geluiden. Sommige dissonanten in de compositie vond men ongepast, het orkest had te weinig gerepeteerd en de uitvoering was onder de maat.
De eerste gedeeltelijke uitvoering in Nederland vond in 1838 plaats in Felix Meritis in Amsterdam onder leiding van Johannes van Bree, “wel eene voortreffelijk gelukte uitvoering van dit reusachtig werk”, aldus de recensent van het Algemeen Handelsblad. De eerste volledige uitvoering was onder leiding van Van Bree in 1848.
Andere Optie: