Beschrijving
Type 4
De luidsprekerkabels uit de 4-Series zijn misschien wel de meest succesvolle uit de ruim 30-jarige geschiedenis van AudioQuest. De wortels van Type 4 gaan zelfs helemaal terug tot het eind van de jaren ’80. De oorspronkelijke geometrie en de samenstelling van de geleiders van Type 4 is sinds 1995 onveranderd…omdat iedere wijziging in de twee verschillende diameters of de positie van de Spread Spectrum geleiders een verslechtering van de prestaties zou betekenen.
MASSIEVE LONG-GRAIN COPPER (LGC) GELEIDERS:
De massieve Long-Grain Copper geleiders in de Type 4 zorgen voor een helderdere en meer vloeiende klank dan mogelijk is met kabels die gebruik maken van gewoon OFHC (Oxygen-Free High-Conductivity) koper. OFHC is een generieke specificatie in de metaalindustrie die uitsluitend naar ‘verlies’ kijkt zonder daarbij te letten op vervorming. LGC heeft minder oxiden in het geleidende materiaal, minder onzuiverheden, minder grensvlakken tussen de koperatomen, en biedt zeker betere audioprestaties. Alle vier de geleiders van de Type 4 zijn massief. Elektrische en magnetische interactie tussen de draden in een conventionele kabel is de belangrijkste bron van vervorming, wat vaak een wat rafelig en hard geluid tot gevolg heeft. Massieve geleiders zijn van fundamenteel belang voor het zeer schone geluid van de Type 4. Of een geleider massief of juist meeraderig is, het skin-effect is een van de belangrijkste bronnen van vervorming in luidsprekerkabels. Type 4 houdt dit effect buiten het audiobereik door gebruik te maken van geleider-afmetingen die beneden de drempel voor hoorbare vervorming vallen.
KOOLSTOF GEBASEERD NOISE-DISSIPATION (ISOLATIE):
De twee negatieve geleiders in Type 4 zijn geïsoleerd met gedeeltelijk geleidend koolstof-verrijkt Polyethyleen. Dit opmerkelijke materiaal zorgt ervoor dat er geen RF-rotzooi in de versterker terecht komt. Dit heeft hetzelfde klankmatige voordeel, een minder diffuus geluid en een beter stereobeeld, als wanneer RF-rotzooi binnen het audiocircuit beperkt wordt. Type 4 maakt gebruik van een geschuimde Polyethyleen isolatie op de positieve geleiders omdat lucht nagenoeg geen energie absorbeert en Polyethyleen weinig verlies kent en bovendien een gunstig vervormingsprofiel heeft. Door de grote hoeveelheid lucht in opgeschuimd-PE, veroorzaakt het veel minder out-of-focus effecten dan andere materialen.
STAR-QUAD GEOMETRIE:
De relatie tussen de geleiders bepaalt in principe de elektrische eigenschappen van een kabel (capaciteit en inductie). Maar, zelfs wanneer deze variabelen in een redelijke balans worden gehouden kan de relatie tussen de geleiders afwijken op manieren die een grote invloed hebben op het geluid. De Star-Quad geometrie in Type 4 zorgt voor een aanzienlijk beter dynamisch contrast en een betere verstaanbaarheid dan het geval zou zijn als dezelfde geleiders parallel zouden lopen.
SPREAD-SPECTRUM TECHNOLOGY (SST):
Iedere afmeting of vorm van een geleider heeft een specifiek vervormingsprofiel. Ook al hebben radiaal symmetrische geleiders (massief of buisvormig) de minste onderbrekingen, iedere geleider van een specifieke afmeting heeft een specifiek klankkarakter. SST is een manier om de gewaarwording van deze klankeigenschappen te verminderen door gebruik te maken van een nauwkeurig bepaalde combinatie van geleiders met verschillende afmetingen. De verschillende, door SST technologie bepaalde, afmetingen van de geleiders in Type 4 zorgen voor een bijzonder helder, schoon en dynamisch geluid.
AANSLUITINGEN:
AudioQuest biedt een grote keus aan hoogwaardige connectoren die ervoor zorgen dat Type 4 een solide verbinding kan maken met alle soorten apparatuur. De kwaliteit zit hem in de lage vervorming van het geluid, en niet noodzakelijkerwijs in het prachtige uiterlijk. Omdat het goud of zilver direct op de connectoren aangebracht wordt hebben de uiteindes van AudioQuest kabels een doffe uitstraling. Er zit geen glimmende, en schel klinkende, nikkel-laag onder. AudioQuest’s PK-spades zijn relatief zacht, omdat de betere metalen zacht zijn. Deze metalen maken een betere verbinding mogelijk. Bij onderdelen die een banaan-plug of BFA connector nodig hebben bieden de AQ PK-BFA/Banana pluggen, ten opzichte van conventionele messing versies, ongekend goede prestaties.
Klik hier voor alle Audioquest
Een andere optie:
AudioQuest is niet zozeer opgericht, maar geA�volueerd.
Toen Bill Low in 1980 van start ging met AudioQuest was het slechts een kleine variatie op de audio-activiteiten waarmee hij in 1972 van start was gegaan. Tijdens High School en het begin van zijn College jaren worstelde Bill met de drang om het best mogelijke audiosysteem te hebben. Hij bouwde tientallen Heathkit en Dynakit versterkers, voorversterkers en tuners voor zijn klasgenoten. Van iedere paar dollar die hij daarmee verdiende kocht hij platen of weer betere tweedehands apparatuur.
Terwijl hij college volgde in Oregon, realiseerde Bill dat hij, in plaats van andere studenten te adviseren over audio componenten, ze beter die apparatuur kon gaan verkopen. Het kleine Uitsluitend-op-Afspraak bedrijfje ontwikkelde vanuit het verkopen van BSR draaitafels en Hitachi receivers in 1972, tot een verkooppunt voor Linn (Sondek), Radford, Celestion en Yamaha (de eerste dealer in het Noordwesten van de VS) in 1974. In 1975 was hij met zijn kleine winkeltje de grootste Linn Sondek dealer van de VS.
Tegen 1976, zijn college jaren waren al lang achter de rug, was de drang om naar CaliforniA� te verhuizen inmiddels onweerstaanbaar geworden. De winkel werd verkocht aan een vriend en Bill ging van start als een fabrieksvertegenwoordiger in Noord-CaliforniA�, een extreem conservatieve markt. Dealers vertelden graag dat: a�?als het al niet in het assortiment zat, ze het duidelijk niet nodig hadden.a�? Het was zelfs al moeilijk om de kans te krijgen om de geweldige apparatuur die hij vertegenwoordigde, waaronder Decca, Audionics, Koss Electrostatic, AEA, Dunlap Clarke en Celestion, te mogen demonstreren.
Tijdens bezoeken aan Zuid-CaliforniA� ontdekte Bill dat deze twee markten totaal verschillend waren. Het standaard antwoord van de zuidelijke dealer was altijd: a�?Natuurlijk, neem maar mee, dan kunnen we er eens naar luisteren.a�? Daarom verhuisde Bill in 1977 richting het zuiden. Jammer genoeg bleek de combinatie van ruimdenkende dealers en uitstekende apparatuur (Cizek, RAM, Koss Electrostatic, RH Labs, PSE, Ariston, Armstrong, Rogers, Chartwell) nog steeds niet te werken. De waarheid was (en is) dat Bill simpelweg niet goed kan verkopen! Hij werd nooit een rasechte vertegenwoordiger: hij heeft nooit geleerd andermans producten te verkopen.
Na zes jaar in de audio business, als winkelier en als vertegenwoordiger, begon Bill met een Uitsluitend-op-Afspraak winkeltje vanuit zijn woonkamer in Santa Monica. Dit keer nam Bill een ogenschijnlijk klein maar belangrijk besluit: hij besloot om zelf kabels te gaan maken voor zijn winkel.
Audiokabels werden een veelbesproken onderwerp in de VS toen Polk Audio in 1976 een van oorsprong Japanse kabel introduceerde onder de naam Cobra Cable. Deze Litze-kabel met hoge capaciteit en lage inductie verleide sommige versterkers tot zelfvernietiging, maar in de meeste gevallen liet de kabel systemen beter klinken. Tegen 1978 hadden Polk, Bob Fulton en Jonas Miller Sound de audiokabel tot een belangrijk onderwerp gemaakt voor degenen die zich aan het front van de audio bevonden.
Al sinds 1960 had Bill waardering voor de voordelen die een betere kabel kon bieden. In 1977 kocht Bill een rol 12 AWG lampensnoer welke Noel Lee (de toekomstige a�?Head Monstera��) aan zijn dealers in Noord-CaliforniA� verkocht (Bill en Noel waren elkaars sub-vertegenwoordiger in twee Californische districten). In 1978 bestelde Bill samen met een andere kleine winkelier een op specificatie gemaakte getwiste Litze luidsprekerkabel. In zekere zin schaamt Bill zich een beetje voor deze kabel, waaraan hij refereert als a�?het originele recepta�?. De kabel had 435 draden per geleider en maakte gebruik van een niet erg goede kwaliteit koper. Maar, als eerste uitgangspunt was de kabel heel erg goed. Hij presteerde duidelijk beter dan de Fulton kabel die toentertijd als absolute topkabel bekend stond. Het was een getwiste kabel en maakte nergens elektrisch contact tussen de blanke draden.
De daaropvolgende twee jaar produceerde Bill deze kabel en een tweede dunnere kabel, uitsluitend bedoeld voor verkoop in zijn eigen winkel. Maar andere winkeliers uit de omgeving van Los Angeles begonnen de kabel van Bill te kopen. In 1980 kwam het besef dat het tijd was geworden om kabels te maken voor de verkoop aan andere winkeliers. Hij startte AudioQuest.
De evolutie van AudioQuest kabels heeft tijdens het hele bestaan van het bedrijf plaatsgevonden, maar een aantal van de belangrijkste ontwerp-criteria werden al in de beginjaren bepaald. Deze basisprioriteiten werden via empirisch onderzoek bepaald en niet door het toepassen van abstracte theorie.
Zo werd bijvoorbeeld het belang van de relatie tussen meerdere geleiders – een van de fundamenten van AudioQuest ontwerpen – ontdekt tijdens een toevallig experiment. In 1980 vroeg een subwoofer-fabrikant aan Bill om een zwaardere kabel te maken voor zijn subwoofer. Hij stelde voor om vier, in plaats van de gebruikelijke twee, geleiders tot een kabel te twisten om daarmee de diameter te vergroten. Bill maakte deze kabel en luisterde ernaar. De prestaties waren veel beter dan hij had verwacht en Bill ontdekte hierdoor dat een geometrie met vier getwiste geleiders aanzienlijk beter klonk dan dezelfde vier geleiders getwist als twee aparte paren. In daaropvolgende experimenten bleken de voordelen van andere variaties. Rond de herfst van 1980 zette Bill een nieuwe standaard met een zes-aderige kabel die bekend werd onder de naam LiveWire Green. Vandaag de dag maakt haast iedere AQ luidsprekerkabel gebruik van vier of meer geleiders in een geoptimaliseerde geometrie.
Rond diezelfde tijd had Bill een vreemde, maar leerzame, ervaring bij een luidsprekerfabrikant die hem uitnodigde een demonstratie te komen geven. De fabrikant maakte gebruik van een 3 meter lange kabel van een bekend merk. Bill installeerde 7,5 meter van zijn a�?originele recepta�� en iedereen was erg onder de indruk van het veel betere geluid. Om nog meer indruk te maken rende Bill naar zijn auto om een 3 meter versie van zijn kabel te halen. Met de wetenschap dat kortere kabels beter zijn, verwachtte Bill, met recht, dat het nog beter zou gaan klinken.
Maar tot ieders verrassing klonk het 3 meter paar niet zo goed als het 7,5 meter paar (alhoewel nog steeds een stuk beter dan die van het andere merk). De twee AudioQuest kabels gebruikten intern exact dezelfde constructie en beide hadden een zelfde dikte PVC mantel. Het enige verschil was de hardheid van het gebruikte PVC. Het nieuwere 3 meter paar gebruikte een zachtere mantel om zodoende a�?gebruiksvriendelijkera�� te zijn. Dit onbedoelde experiment bewees het belang van mechanische stabiliteit, wat sindsdien een hoge prioriteit in iedere AudioQuest kabel kreeg.
Tegen het eind van 1980 verkocht AudioQuest aan 42 winkels in Zuid-CaliforniA� en een winkel in Denver. In 1981 was AudioQuest voor het eerst met een stand aanwezig op de CES (Consumer Electronics Show) in Las Vegas. Een maand later verkocht AudioQuest in Europa, AziA� en een groot deel van de VS.
De volgende twintig jaar werkte Bill aan het verder verfijnen van zijn kennis en begrip over de mechanismen die vervorming veroorzaken in kabels. Logische en rationele vooruitgang vormde de aanloop naar de huidige, uiterst coherente lijn audio-, video- en digitale kabels. In 1987 publiceerde Bill zijn eerste studie die hij a�?Cable Design; Theory versus Emperical Realitya�? noemde. Hoewel iedere AudioQuest kabel sindsdien de nodige verbeteringen heeft ondergaan, zijn de basisprincipes zoals Bill die in 1987 formuleerde ongewijzigd gebleven. Zijn vermogen om deze principes toe te passen is steeds verder ontwikkeld en zal zich ook in de toekomst blijven ontwikkelen.
In 1987 begon Bill ook met het ontwerpen van 75 ohm kabels voor video- en digitale toepassingen. Dat waren geen opgewarmde audiokabels, maar toegespitste ontwerpen die gebaseerd zijn op dezelfde lage vervorming-principes die ook voor de audiokabels gelden, en die rekening houden met de afwijkende prioriteiten die gelden voor toepassingen met een grote bandbreedte. Door de jaren heen is de reeks video en digitale kabels uitgegroeid tot een complete lijn a�?Sa��, a�?Componenta��, en a�?RGBa�� videokabels, en kabels die geoptimaliseerd zijn voor het over grote afstanden transporteren van delicate satelliet of HDTV signalen. In 1999 werd deze hele groep kabels ondergebracht in het CinemaQuest sub-merk. Hoewel alleen beeld niet zo effectief een emotionele reactie op kan roepen als audio, heeft de mogelijkheid om een emotieloos testpatroon te gebruiken om op een objectieve manier de superieure prestaties te bewijzen, AudioQuest/CinemaQuest geholpen om de home theater handel uiterst plezierig en uiterst succesvol te maken.A�
AudioQuest is al vele jaren de grootste kabel-leverancier van specialistische high-end bedrijven. AudioQuest wordt in honderden winkels in de VS verkocht en is verkrijgbaar in meer dan 60 landen. Bill is bijzonder verheugd dat dit succes mogelijk is ondanks zijn vasthouden aan de eis dat de grondvesten van het bedrijf, en die van de AudioQuest marketing, gestoeld moeten zijn op de prestaties van het product. In de audio-wereld zijn veel professionals tot de ontdekking gekomen dat het niet altijd raadzaam is om te luisteren naar het product dat je verkoopt: je zou zo maar eens iets kunnen ontdekken dat je niet wil weten! Bill heeft altijd begrepen dat het bestaansrecht van AudioQuest is gebaseerd op de prestaties van haar producten. Maar het is volgens Bill ook de enige acceptabele manier om zaken te doen, en de enige acceptabele manier om zijn passie voor muziek (en alle dingen die bijzondere prestaties leveren) te kunnen combineren met het verdienen van een boterham.
Koop uitsluitend bij geautoriseerde AudioQuest dealers en Distributeurs
Een van de onaangename gevolgen van het hebben van een succesvol A-merk is dat er namaakproducten op de markt verschijnen. AudioQuest is niet immuun voor dit probleem. Ook al doen we er alles aan om vervalsingen te bestrijden, we zien nog steeds niet originele producten verkocht worden als a�?AudioQuesta��.
De vervalsingen VOLDOEN NIET aan de kwaliteitseisen van AudioQuest en zijn vaak niet meer dan kabels van standaard kwaliteit, verstopt onder een uiterlijk dat poogt de patronen van onze mantels en onze pluggen te imiteren.
De mensen die het meest geraakt worden door deze valse aanbiedingen zijn onze potentiA�le klanten die in goed vertrouwen geloven dat ze gestuit zijn op een aanbiedingen die a��te mooi is om waar te zijna��. Ook worden de mensen geschaad die na ontdekking van de vervalsing hopen dat de kabels ten minste a�?in de buurta�� van de kwaliteit van het origineel komen. Jammer genoeg is dat uiterst zelden het geval.
We adviseren klanten om uitsluitend via geautoriseerde dealers en distributeurs te kopen.
Als jeA� AudioQuest producten aangeboden ziet worden voor een prijs die a�?te mooi is om waar te zijna��, dan is de kans groot dat het om een vervalsing gaat. Let vooral goed op bij AudioQuest kabels die voor lage prijzen aangeboden worden vanuit China en Hong-Kong, met name op veilingsites.
AudioQuest geeft nooit toestemming voor verkoop van haar producten via veilingsites, en kan daarom niet de authenticiteit van producten garanderen die via niet-geautoriseerde dealers worden verkocht.