Beschrijving
Audioquest Chicago
Ieder jaar schildert New York op 17 maart ter ere van St. Patricks Day een eenvoudige groene streep over het midden van de beroemde ‘Fifth Avenue Parade Route’ – een stunt die voor andere steden eenvoudig te kopiëren is – maar alleen Chicago kleurt een complete rivier in een perfecte tint smaragdgroen om de Ierse cultuur te eren. Waarom groen? Dankzij Ierland’s weelderige vegetatie wordt het eiland ook wel liefkozend het smaragdgroene eiland genoemd. De Ieren zijn trots op hun groene uitstraling. Het is dan ook niet iets om lichtzinnig mee om te gaan. In de Verenigde Staten weten zelfs degenen die niet van Ierse afkomst zijn dat je, op straffe van een vriendelijke por in de zij van een vriend of collega, op St. Patricks Day groene kleding behoort te dragen!
Het aantrekken van een groen shirt of een groene das is één ding, maar een 250 kilometer lange rivier omtoveren in een lang groen lint is iets heel anders. Stephen M. Bailey, inwoner van Chicago en de man die deze transformatie leidt, pochte dat hij de Chicago River voor een dag om kon toveren in de River Shannon (de langste rivier van Ierland), wat hij uiteindelijk ook deed.
Er bestond geen bewezen recept voor het kleuren van een rivier, dus gebeurde het met vallen en opstaan. In eerste instantie werd er meer dan 50 kilo verf gebruikt waardoor de rivier een volle week groen kleurde! Het jaar daarop kleurde 25 kilo verf de rivier drie volle dagen groen. In het derde jaar werd bepaald dat er 12,5 kilo verf nodig was om de rivier voor 1 dag groen te kleuren. Weer twee jaar later werd er uit mileu-overwegingen gekozen voor een nieuwe plantaardige verf die het water gedurende vier tot vijf uur perfect groen kleurde – 18 kilo was voldoende. Al gauw werden er door het hele land grote kanalen, kleine kreekjes, fonteinen, en zelfs de presidentiële fontein bij het Witte Huis groen gekleurd voor St. Patricks Day, allemaal dankzij het goede voorbeeld van Chicago.
MASSIEVE LONG-GRAIN COPPER (LGC) GELEIDERS:
Massieve geleiders voorkomen wederzijdse beïnvloeding tussen de draden in getwiste kabels. Het massieve Long-Grain Copper in de Chicago zorgt voor een vloeiender en helderdere klank dan mogelijk is met kabels die gebruik maken van gewoon OFHC (Oxygen-Free High-Conductivity) koper. OFHC is een generieke specificatie in de metaalindustrie die uitsluitend naar ‘verlies’ kijkt zonder daarbij te letten op vervorming. LGC heeft minder oxiden in het geleidende materiaal, minder onzuiverheden, minder grensvlakken tussen de koperatomen, en biedt zeker betere audioprestaties.
OPGESCHUIMDE HARDE-CEL ISOLATIE:
In de meeste AudioQuest video en digitale kabels wordt uitsluitend opgeschuimd harde-cel isolatie gebruikt. Net zoals bij opgeschuimd-PE wordt er stikstof geïnjecteerd om luchtkamers te maken. Hardschuim wordt gebruikt omdat de stijfheid van het materiaal de afstand tussen de geleiders over de hele lengte van de kabel stabiel houdt, waardoor de karakteristieke impedantie van de kabel constant blijft.
METAAL-LAAG NOISE-DISSIPATION SYSTEM (NDS):
100% afscherming is eenvoudig. Het voorkomen dat opgevangen RF storingen het aardpotentiaal van de apparatuur moduleren vereist AQ’s Noise-Dissipation System. Noise-Dissipation System voorkomt dat een groot deel van de gevangen RFI de aarding van de apparatuur bereikt.
DUBBEL-GEBALANCEERDE GEOMETRIE:
Twee geoptimaliseerde audio-geleiders en een aparte afscherming. Dit voorkomt niet alleen dat de afscherming als inferieur audio-signaalpad ingezet moet worden, het verbetert ook de geluidskwaliteit omdat de afscherming maar aan één zijde met aarde wordt verbonden, waardoor modulatie van het aard-potentiaal verminderd.
KOUDGELASTE VERGULDE PLUGGEN:
Dit plugontwerp maakt het mogelijk een verbinding zonder soldeer, een algemene bron van vervorming, te maken. Omdat de pluggen niet machinaal bewerkt maar geperst worden, kan er gekozen worden voor een metaal met lage vervorming zonder rekening te hoeven houden met machinale verwerkbaarheid.
Klik hier voor alle Audioquest
Een andere optie:
AUDIOQUEST IS NIET ZOZEER OPGERICHT, MAAR GEËVOLUEERD.
Toen Bill Low in 1980 van start ging met AudioQuest was het slechts een kleine variatie op de audio-activiteiten waarmee hij in 1972 van start was gegaan. Tijdens High School en het begin van zijn College jaren worstelde Bill met de drang om het best mogelijke audiosysteem te hebben. Hij bouwde tientallen Heathkit en Dynakit versterkers, voorversterkers en tuners voor zijn klasgenoten. Van iedere paar dollar die hij daarmee verdiende kocht hij platen of weer betere tweedehands apparatuur.
Terwijl hij college volgde in Oregon, realiseerde Bill dat hij, in plaats van andere studenten te adviseren over audio componenten, ze beter die apparatuur kon gaan verkopen. Het kleine Uitsluitend-op-Afspraak bedrijfje ontwikkelde vanuit het verkopen van BSR draaitafels en Hitachi receivers in 1972, tot een verkooppunt voor Linn (Sondek), Radford, Celestion en Yamaha (de eerste dealer in het Noordwesten van de VS) in 1974. In 1975 was hij met zijn kleine winkeltje de grootste Linn Sondek dealer van de VS.
Tegen 1976, zijn college jaren waren al lang achter de rug, was de drang om naar Californië te verhuizen inmiddels onweerstaanbaar geworden. De winkel werd verkocht aan een vriend en Bill ging van start als een fabrieksvertegenwoordiger in Noord-Californië, een extreem conservatieve markt. Dealers vertelden graag dat: als het al niet in het assortiment zat, ze het duidelijk niet nodig hadden. Het was zelfs al moeilijk om de kans te krijgen om de geweldige apparatuur die hij vertegenwoordigde, waaronder Decca, Audionics, Koss Electrostatic, AEA, Dunlap Clarke en Celestion, te mogen demonstreren.
Tijdens bezoeken aan Zuid-Californië ontdekte Bill dat deze twee markten totaal verschillend waren. Het standaard antwoord van de zuidelijke dealer was altijd: a�?Natuurlijk, neem maar mee, dan kunnen we er eens naar luisteren.Daarom verhuisde Bill in 1977 richting het zuiden. Jammer genoeg bleek de combinatie van ruimdenkende dealers en uitstekende apparatuur (Cizek, RAM, Koss Electrostatic, RH Labs, PSE, Ariston, Armstrong, Rogers, Chartwell) nog steeds niet te werken. De waarheid was (en is) dat Bill simpelweg niet goed kan verkopen! Hij werd nooit een rasechte vertegenwoordiger: hij heeft nooit geleerd andermans producten te verkopen.
Na zes jaar in de audio business, als winkelier en als vertegenwoordiger, begon Bill met een Uitsluitend-op-Afspraak winkeltje vanuit zijn woonkamer in Santa Monica. Dit keer nam Bill een ogenschijnlijk klein maar belangrijk besluit: hij besloot om zelf kabels te gaan maken voor zijn winkel.
Audiokabels werden een veelbesproken onderwerp in de VS toen Polk Audio in 1976 een van oorsprong Japanse kabel introduceerde onder de naam Cobra Cable. Deze Litze-kabel met hoge capaciteit en lage inductie verleide sommige versterkers tot zelfvernietiging, maar in de meeste gevallen liet de kabel systemen beter klinken. Tegen 1978 hadden Polk, Bob Fulton en Jonas Miller Sound de audiokabel tot een belangrijk onderwerp gemaakt voor degenen die zich aan het front van de audio bevonden.
Al sinds 1960 had Bill waardering voor de voordelen die een betere kabel kon bieden. In 1977 kocht Bill een rol 12 AWG lampensnoer welke Noel Lee (de toekomstige Head Monster aan zijn dealers in Noord-CaliforniAverkocht (Bill en Noel waren elkaars sub-vertegenwoordiger in twee Californische districten). In 1978 bestelde Bill samen met een andere kleine winkelier een op specificatie gemaakte getwiste Litze luidsprekerkabel. In zekere zin schaamt Bill zich een beetje voor deze kabel, waaraan hij refereert als het originele recept. De kabel had 435 draden per geleider en maakte gebruik van een niet erg goede kwaliteit koper. Maar, als eerste uitgangspunt was de kabel heel erg goed. Hij presteerde duidelijk beter dan de Fulton kabel die toentertijd als absolute topkabel bekend stond. Het was een getwiste kabel en maakte nergens elektrisch contact tussen de blanke draden.
De daaropvolgende twee jaar produceerde Bill deze kabel en een tweede dunnere kabel, uitsluitend bedoeld voor verkoop in zijn eigen winkel. Maar andere winkeliers uit de omgeving van Los Angeles begonnen de kabel van Bill te kopen. In 1980 kwam het besef dat het tijd was geworden om kabels te maken voor de verkoop aan andere winkeliers. Hij startte AudioQuest.
De evolutie van AudioQuest kabels heeft tijdens het hele bestaan van het bedrijf plaatsgevonden, maar een aantal van de belangrijkste ontwerp-criteria werden al in de beginjaren bepaald. Deze basisprioriteiten werden via empirisch onderzoek bepaald en niet door het toepassen van abstracte theorie.
Zo werd bijvoorbeeld het belang van de relatie tussen meerdere geleiders – een van de fundamenten van AudioQuest ontwerpen – ontdekt tijdens een toevallig experiment. In 1980 vroeg een subwoofer-fabrikant aan Bill om een zwaardere kabel te maken voor zijn subwoofer. Hij stelde voor om vier, in plaats van de gebruikelijke twee, geleiders tot een kabel te twisten om daarmee de diameter te vergroten. Bill maakte deze kabel en luisterde ernaar. De prestaties waren veel beter dan hij had verwacht en Bill ontdekte hierdoor dat een geometrie met vier getwiste geleiders aanzienlijk beter klonk dan dezelfde vier geleiders getwist als twee aparte paren. In daaropvolgende experimenten bleken de voordelen van andere variaties. Rond de herfst van 1980 zette Bill een nieuwe standaard met een zes-aderige kabel die bekend werd onder de naam LiveWire Green. Vandaag de dag maakt haast iedere AQ luidsprekerkabel gebruik van vier of meer geleiders in een geoptimaliseerde geometrie.
Rond diezelfde tijd had Bill een vreemde, maar leerzame, ervaring bij een luidsprekerfabrikant die hem uitnodigde een demonstratie te komen geven. De fabrikant maakte gebruik van een 3 meter lange kabel van een bekend merk. Bill installeerde 7,5 meter van zijn originele recept en iedereen was erg onder de indruk van het veel betere geluid. Om nog meer indruk te maken rende Bill naar zijn auto om een 3 meter versie van zijn kabel te halen. Met de wetenschap dat kortere kabels beter zijn, verwachtte Bill, met recht, dat het nog beter zou gaan klinken.
Maar tot ieders verrassing klonk het 3 meter paar niet zo goed als het 7,5 meter paar (alhoewel nog steeds een stuk beter dan die van het andere merk). De twee AudioQuest kabels gebruikten intern exact dezelfde constructie en beide hadden een zelfde dikte PVC mantel. Het enige verschil was de hardheid van het gebruikte PVC. Het nieuwere 3 meter paar gebruikte een zachtere mantel om zodoende gebruiksvriendelijker te zijn. Dit onbedoelde experiment bewees het belang van mechanische stabiliteit, wat sindsdien een hoge prioriteit in iedere AudioQuest kabel kreeg.
Tegen het eind van 1980 verkocht AudioQuest aan 42 winkels in Zuid-Californië en een winkel in Denver. In 1981 was AudioQuest voor het eerst met een stand aanwezig op de CES (Consumer Electronics Show) in Las Vegas. Een maand later verkocht AudioQuest in Europa, Azië en een groot deel van de VS.
De volgende twintig jaar werkte Bill aan het verder verfijnen van zijn kennis en begrip over de mechanismen die vervorming veroorzaken in kabels. Logische en rationele vooruitgang vormde de aanloop naar de huidige, uiterst coherente lijn audio-, video- en digitale kabels. In 1987 publiceerde Bill zijn eerste studie die hij Cable Design; Theory versus Emperical Reality noemde. Hoewel iedere AudioQuest kabel sindsdien de nodige verbeteringen heeft ondergaan, zijn de basisprincipes zoals Bill die in 1987 formuleerde ongewijzigd gebleven. Zijn vermogen om deze principes toe te passen is steeds verder ontwikkeld en zal zich ook in de toekomst blijven ontwikkelen.
In 1987 begon Bill ook met het ontwerpen van 75 ohm kabels voor video- en digitale toepassingen. Dat waren geen opgewarmde audiokabels, maar toegespitste ontwerpen die gebaseerd zijn op dezelfde lage vervorming-principes die ook voor de audiokabels gelden, en die rekening houden met de afwijkende prioriteiten die gelden voor toepassingen met een grote bandbreedte. Door de jaren heen is de reeks video en digitale kabels uitgegroeid tot een complete lijn ?Sa Componenten RGB videokabels, en kabels die geoptimaliseerd zijn voor het over grote afstanden transporteren van delicate satelliet of HDTV signalen. In 1999 werd deze hele groep kabels ondergebracht in het CinemaQuest sub-merk. Hoewel alleen beeld niet zo effectief een emotionele reactie op kan roepen als audio, heeft de mogelijkheid om een emotieloos testpatroon te gebruiken om op een objectieve manier de superieure prestaties te bewijzen, AudioQuest/CinemaQuest geholpen om de home theater handel uiterst plezierig en uiterst succesvol te maken.
AudioQuest is al vele jaren de grootste kabel-leverancier van specialistische high-end bedrijven. AudioQuest wordt in honderden winkels in de VS verkocht en is verkrijgbaar in meer dan 60 landen. Bill is bijzonder verheugd dat dit succes mogelijk is ondanks zijn vasthouden aan de eis dat de grondvesten van het bedrijf, en die van de AudioQuest marketing, gestoeld moeten zijn op de prestaties van het product. In de audio-wereld zijn veel professionals tot de ontdekking gekomen dat het niet altijd raadzaam is om te luisteren naar het product dat je verkoopt: je zou zo maar eens iets kunnen ontdekken dat je niet wil weten! Bill heeft altijd begrepen dat het bestaansrecht van AudioQuest is gebaseerd op de prestaties van haar producten. Maar het is volgens Bill ook de enige acceptabele manier om zaken te doen, en de enige acceptabele manier om zijn passie voor muziek (en alle dingen die bijzondere prestaties leveren) te kunnen combineren met het verdienen van een boterham.
Koop uitsluitend bij geautoriseerde AudioQuest dealers en Distributeurs
Een van de onaangename gevolgen van het hebben van een succesvol A-merk is dat er namaakproducten op de markt verschijnen. AudioQuest is niet immuun voor dit probleem. Ook al doen we er alles aan om vervalsingen te bestrijden, we zien nog steeds niet originele producten verkocht worden als AudioQuest.
De vervalsingen VOLDOEN NIET aan de kwaliteitseisen van AudioQuest en zijn vaak niet meer dan kabels van standaard kwaliteit, verstopt onder een uiterlijk dat poogt de patronen van onze mantels en onze pluggen te imiteren.
De mensen die het meest geraakt worden door deze valse aanbiedingen zijn onze potentiële klanten die in goed vertrouwen geloven dat ze gestuit zijn op een aanbiedingen die te mooi is om waar te zijn. Ook worden de mensen geschaad die na ontdekking van de vervalsing hopen dat de kabels ten minste in de buurt van de kwaliteit van het origineel komen. Jammer genoeg is dat uiterst zelden het geval.
We adviseren klanten om uitsluitend via geautoriseerde dealers en distributeurs te kopen.
Als je AudioQuest producten aangeboden ziet worden voor een prijs die al te mooi is om waar te zijn a, dan is de kans groot dat het om een vervalsing gaat. Let vooral goed op bij AudioQuest kabels die voor lage prijzen aangeboden worden vanuit China en Hong-Kong, met name op veilingsites.
AudioQuest geeft nooit toestemming voor verkoop van haar producten via veilingsites, en kan daarom niet de authenticiteit van producten garanderen die via niet-geautoriseerde dealers worden verkocht.