Beschrijving
Uitgebreide recensie van Jimmy Smith’s The Cat (1964)
door onze ‘vriend van de zaak’ Ronald Wanders
The Cat, in eerste instantie uitgebracht in 1964, is een van Jimmy Smith’s meest iconische albums, die de essentie van zijn benadering van jazz orgel vastlegt en tegelijkertijd een cruciaal moment markeert in de evolutie van souljazz en hardbop. Het album, geproduceerd door Creed Taylor voor Verve Records, benadrukt niet alleen Smith’s onberispelijke virtuositeit op het Hammond B-3-orgel, maar brengt ook een geweldige groep ondersteunende muzikanten samen, waaronder gitarist Kenny Burrell, drummer Grady Tate en percussionist Ray Barretto. Dit ensemble creëert een diep aangrijpend, ritmisch aanstekelijk geluid dat een kenmerk blijft van Smith’s werk.
Muzikaal landschap
Hoewel The Cat niet ver afdwaalt van de jazzorgeltriotraditie, onderscheidt het zich door de krachtige energie en soulfulness die Smith in elk nummer injecteert. Het album is doordrenkt met een mix van hardbop-invloeden, bluesy fundamenten en ingewikkelde grooves: elementen die de soul jazz-beweging zouden gaan definiëren. Tegelijkertijd staan Smiths expressieve improvisaties op het orgel centraal in elk nummer, en dienen ze als zowel de ritmische puls als de melodieuze stem van het ensemble.
De rijke tonen van de Hammond B-3 krijgen alle ruimte om te schitteren, waarbij Smith zowel de percussieve als de soepele kwaliteiten van het instrument gebruikt om de muziek vorm te geven op een manier die onmiddellijk herkenbaar is voor iedereen die bekend is met zijn stijl. Elk stuk op The Cat geeft luisteraars een gedetailleerd portret van Smiths diverse emotionele bereik, van diepe, humeurige introspectie tot energieke, vurige statements.
Track Breakdown
1. The Cat – De titeltrack is een van Smiths kenmerkende grooves. Het begint met een strak, gesyncopeerd ritme dat de luisteraar snel meesleept. Smith speelt met een staccato precisie die bijna hypnotiserend is, waardoor er ruimte is voor Burrells soepele, swingende gitaarlicks en Barretto’s conga’s om het nummer zijn funky gevoel te geven. Grady Tate’s drummen is hier ook opmerkelijk, zijn interactie met Smiths orgel creëert een vloeiend, stuwend ritme. Het nummer is een perfecte introductie tot het album en zet de toon voor wat volgt.
2. Mellow Mood – Dit nummer contrasteert met de rest van de energie van het album. Het begint met een zachte, warme orgeltoon die de luisteraar direct naar een meer contemplatieve ruimte transporteert. De melodie is langzamer, bijna loom, met de ritmesectie die een los, ontspannen gevoel geeft. Burrells gitaarspel is hier bijzonder soepel en fungeert als een tegenhanger van Smiths meer expressieve orgellijnen. Samen creëren ze een emotioneel rijk en intiem klanklandschap.
3. Greasy – Een diep, blues-geïnfuseerd nummer, Greasy is een ode aan Smiths roots in de blues, waarbij zijn orgel een vraag-en-antwoordspel creëert met Burrells gitaar. Het nummer voelt als een energieke jamsessie, waarbij iedereen het tempo omhoog duwt zonder het diepe, gutturale gevoel van de blues te verliezen. De ritmesectie, met name Barretto’s conga’s, voegt een extra laag textuur toe, wat een dwingende en dichte groove creëert.
4. Afro-Desia – Een opvallende track vanwege het kenmerkende ritmische patroon en Latijnse invloeden, Afro-Desia heeft een veerkrachtige, aanstekelijke groove die knipoogt naar zowel Afrikaanse als Afro-Cubaanse ritmes. De conga’s en drums staan voorop en drijven het stuk vooruit, terwijl Smith rijke, ingewikkelde orgelfrases in lagen legt. De levendige, feestelijke toon van het nummer is een hoogtepunt op het album.
5. The Champ – Dit nummer keert terug naar een meer traditionele jazzgroove, met Smiths orgel dat een energieke dialoog aangaat met de ritmesectie. Het arrangement is strak en gefocust, waardoor elke speler zich kan uitstrekken tijdens hun solo’s. Tate’s drums vallen hier op, met scherpe, gepuncteerde fills, terwijl Burrells gitaarlijnen een gevoel van verfijning en subtiliteit toevoegen aan het arrangement. Het nummer bouwt op naar een krachtig hoogtepunt, wat de samenhang en collectieve intensiteit van de band demonstreert.
6. Plum – Een meer rechttoe rechtaan, op blues gebaseerd nummer, Plum is opgebouwd rond een klassieke jazzprogressie, waarbij elke solist zijn stem bijdraagt aan het zich ontvouwende verhaal. Smiths frasering op dit nummer valt vooral op door zijn snelheid en behendigheid: zijn vingers vliegen over de toetsen met een soepele, bijna moeiteloze precisie. Burrells gitaarwerk biedt een perfect contrapunt, terwijl de percussiesectie het ritme ondersteunt met ingetogen verfijning.
7. Hoochie Coochie – Een diep, bluesy nummer met een langzaam en bedachtzaam tempo, Hoochie Coochie stelt Smith in staat om meer treurige, soulvolle passages op het orgel te verkennen. Zijn improvisatie hier is ongelooflijk rijk, gebruikmakend van het volledige tonale bereik van de Hammond B-3. Burrell en Tate fungeren als de perfecte ritmesectie, die een stevige basis legt die Smiths verkenningen ondersteunt. Het nummer voelt als een cathartische ontlading, die de luisteraar meeneemt naar een humeurige, reflectieve ruimte.
8. The Cat (Alternate Take) – De alternatieve take van de titeltrack, opgenomen in sommige heruitgaven, biedt een glimp van de spontaniteit van de sessie. Het is iets relaxter in zijn aanpak, maar behoudt nog steeds het pakkende ritmische gevoel dat het origineel zo boeiend maakte. Het is interessant om de kleine variaties in frasering en timing te horen, wat een fris perspectief op de compositie biedt.
Optredens en muzikaliteit
– Jimmy Smith (orgel): Smiths uitvoering op The Cat is ronduit meesterlijk. Zijn begrip van het Hammond-orgel, gecombineerd met zijn vermogen om diepgevoelde, genuanceerde uitvoeringen te creëren, verheft het album tot iconische status. Zijn improvisaties variëren van soepel en introspectief tot vurig en energiek, wat de veelzijdigheid van het instrument demonstreert.
– Kenny Burrell (gitaar): Zoals altijd is Burrells spel smaakvol en ingetogen, wat een perfecte aanvulling vormt op Smiths uitbundigheid. Zijn solo’s zijn elegant en drijven vaak tussen soepele, melodieuze lijnen en bluesy, soulvolle frasen.
– Grady Tate (Drums): Tate is een van de onbezongen helden van dit album. Zijn drumspel is helder en dynamisch, en drijft het ritme aan terwijl Smith en Burrell zich kunnen uitstrekken. Hij speelt met een ongelooflijk verfijnde touch, overweldigt de andere spelers nooit, maar voegt lagen textuur en complexiteit toe aan elk nummer.
– Ray Barretto (Conga’s): Barretto’s congaspel is een essentieel element op The Cat, en voegt een Latijns tintje en ritmische diepte toe aan de grooves. Zijn ingewikkelde patronen en improvisaties zorgen ervoor dat de muziek levendiger en multidimensionaal aanvoelt.
Productie en geluid
Creed Taylor’s productie op The Cat is helder, schoon en scherp. De balans tussen de instrumenten is perfect, waarbij elke speler voldoende ruimte krijgt om gehoord te worden terwijl een samenhangend ensemblegeluid behouden blijft. De opnamekwaliteit van het album legt de rijkdom van het Hammond-orgel en de subtiele complexiteit van de ritmesectie vast, waarbij de tonale subtiliteiten van Smith’s orgelspel worden benadrukt.
Legacy en invloed
The Cat vertegenwoordigt een belangrijk moment in de carrière van Jimmy Smith en bevestigt zijn positie als een van de meest invloedrijke jazzorganisten van de 20e eeuw. Het is niet alleen een geweldig album qua muzikaliteit, maar ook qua vermogen om verschillende muziekgenres en invloeden te combineren. Smiths vermogen om soul, blues en jazz te combineren tot een naadloos geheel heeft The Cat tot een toetssteen gemaakt in de evolutie van souljazz.
Het album was een bepalend moment voor het jazzorgel in de jaren 60 en de invloed ervan resoneert nog steeds in de wereld van de jazz van vandaag. De manier waarop Smith ritmische complexiteit combineert met harmonische verfijning, baande de weg voor veel latere orgelspelers en zijn erfenis in de jazz is veiliggesteld.
Audiofielaffiniteit
The Cat is niets om bij in slaap te sukkelen. Het dynamisch bereik van deze plaat houdt je zeer zeker wakker. Het is de Top Gun voor de Hammond organist. Alle drivers in je luidspreker krijgen het druk, dat is zeker.
Conclusie
The Cat is een essentieel album, niet alleen voor fans van Jimmy Smith, maar voor iedereen die geïnteresseerd is in de ontwikkeling van jazz in de jaren 60. De combinatie van onberispelijk muzikantschap, innovatief gebruik van ritme en groove en emotionele diepgang maken het een tijdloze klassieker. Of je nu aangetrokken wordt door de funky ritmes, de soulvolle blues of het virtuoze orgelwerk, The Cat biedt voor elke luisteraar wat wils en bevestigt daarmee zijn plek als een van de meest significante albums in de geschiedenis van jazzorgel.
Beoordelingen
Er zijn nog geen beoordelingen.